Juni, zoet van zomerzon,
van roos in bloei en boomgedruis,
van witte wijn en tuingeluk,
van vogels in de sparren.
Juni, vol herinnering
aan hoe het vroeger zalig was,
de appelboom te geuren stond,
de waakhond naar je blafte.
Juni, toen je moeder zong
als zij de was te drogen hing,
de koffie maalde, groente sneed,
haar naaimachien liet gonzen.
Juni, met hortensia’s,
de rododendron haast voorbij,
het rulle zandpad, regenbui,
de paraplu van vader.
Juni, zonlicht, morgenstond,
tovert winde langs ligusters,
het kind speelt in het groene gras,
de boot bevaart het water.
Juni, ongeëvenaard,
met licht en leven, zonneschijn,
met ouderdom en jong gemoed,
met gaan in Gods genade.
Juni.
© Ine Verhoeven